Voor deze artikel geef ik graag het woord aan Jean-Claude Broché, een gepensioneerd journalist en ere-inwoner van Sint-Gillis, die Marie Van Brabant, de platenhandelaar van La Boite à disques, goed heeft leren kennen. Het is een mooie, nostalgische samenvatting die terug zal komen in andere artikelen die nog zullen volgen. Hartelijk dank aan hem!
De naam van de vrouw van de hieronder genoemde eigenaar van de platenzaak geeft aan dat de gastheer van deze blog nauw aan haar verwant is. Een goede en bescheiden reden voor hem om zich tevreden te stellen met het zingen in zijn hoekje van “Maman, la plus belle du monde”, minder goed dan Tino Rossi en Luis Mariano, en het aan een oude klant over te laten om ons te vertellen over zijn tijd bij “La Boîte à Marie”.
“La Boîte à souvenirs” van Marie
De vrienden van Marie Van Brabant-Schoepen zijn altijd geamuseerd als ze haar tijdens een uitstapje met haar horen uitroepen: “Daar is iemand die vroeger in mijn winkel kwam” of als ze een klant uit de gouden eeuw van het vinyl herkennen.
Soms is het een beroemdheid, een “people” zoals ze zeggen, die geamuseerd wordt herinnerd aan het feit dat hij, lang voordat hij beroemd was, “Les Chats sauvages” of “Les Chaussettes noires” studeerde.
De Brusselaars herinneren zich de geluiddichte cabines van Cado Radio (en zijn Tsjaikovski-reclame in de bioscoop), de Maison Bleu of Victoradio, bij Raymond aan de Hallepoort. Maar er was ook, van 1958 tot 1988, de “Boîte à Disques”, in de Jean Volderslaan 22, in Sint-Gillis.
“1963, cette année-là…”
Het winkeltje bestond al vijf jaar toen Marie (bekend als Mimi), geboren Van Brabant in Doornik, en haar man Camille (Kamiel) het overnamen en moderniseerden. Camille was de broer van ‘Bobbejaan’ Schoepen (wiens echte voornaam… Modest was), countryzanger (‘Een café zonder bier’) en oprichter van het themapark Bobbejaanland in Lichtaert, vlakbij Antwerpen, dat eind 1961 werd geopend.
Toen het pasgetrouwde stel hun winkel opende, bleef Camille werken voor RCA, dat Mimi had verlaten. We kunnen dus wel stellen dat ze waren echt kenners van muziek.
Marie, die na de jonge dood van haar man in 1983 nog vijf jaar voor zichzelf werkte, herinnert zich de hoogtijdagen van de Boîte (à disques).
Boite ) disques tegen FNAC 🙁
Mimi: “Het is een beetje morbide om het toe te geven, maar, ongetwijfeld net als bij de media, vielen de gekste verkopen samen met de dood van ‘giganten’: Édith Piaf (1963), Elvis Presley (1977), Claude François (maart 1978), Jacques Brel (oktober van hetzelfde jaar)…”.
Er was ook een trouwe klantenkring, die Mimi decennia later nog vaak met precisie herinnert aan de muzikale passies uit haar tienerjaren: “Ja, ik weet het nog, je kwam altijd voor Françoise Hardy. Je vriend René hield van de Rolling Stones…”.
De vriendelijke Mimi bediende nog steeds de kinderen van haar eerste klanten, die een andere smaak hadden, maar ze gooide de handdoek in de ring toen de “Fédération nationale d’achats des cadres”, beter bekend onder het acroniem FNAC, kortingen begon te bieden waar ze niet meer tegenop kon.
Yesterday… en vandaag
Vandaag de dag zou Saint-Saëns “La mort du single” (De dood van de single) componeren en zijn er nog maar een paar onafhankelijke platenzaken over, de laatste der Mohikanen, die proberen te overleven onder de stroom van internet, downloads en streaming.
Dan blijft Marie-Mimi over, een elegante tachtigjarige, met “Souvenirs, souvenirs…” (Johnny Hallyday 1961) met een schat aan anekdotes:
Klanten die dachten dat ze in “La Boîte à Musique” waren, de tempel van de klassieke muziek, in Coudenberg;
- degenen die platen wilden terugbrengen die ze niet in de winkel hadden gekocht;
- diegenen die stiekem net zoveel naar de platenwinkel keken als naar de platen;
- degenen die de eerste munitie kwamen halen om het mooiste, prachtigste cadeau van allemaal in te laden: een Teppaz draagbare elektrofoon.
Wordt vervolgd!
P.-S. Mag ik bekennen, afgezien van de fantasieën van “tous les garçons et les filles de mon âge” (een goede vijftien jaar geleden), dat ik Marie nooit… heb bedrogen? Ik bedoel natuurlijk dat ik nooit ergens anders muziek kocht, deels omdat ik het meeste zakgeld uitgaf aan boeken uit de Marabout-collecties, deels omdat ik zo wijs en gespannen was dat ik bijna nooit ontsnapte aan een paar klassiekers of de Brel-Brassens-Ferré drie-eenheid? Ik bleef net zo ouderwets. Toen mijn bijna rouwende schoonzoon me vertelde dat David Bowie was overleden, vroeg ik bijna of hij voor Manchester City of United speelde. Vertel dat maar niet aan Dynamic Marie, die altijd op de hoogte is van het laatste nieuws over sterren uit heden en verleden.
Een reactie achterlaten